In tegenstelling tot de tropische vlinderkwekerij waar we nog enigszins van invloed kunnen zijn op het klimaat waarin de rupsen zich bevinden, is dit in het Europese kweekgedeelte niet het geval.
Deze kweekkasten bevinden zich in een ‘volière’ en de rupsen bevinden zich dus ook in een oer Hollands klimaat wat volledig aansluit bij alle voors en tegens die we nu in de natuur tegen komen. Eigenlijk zijn deze vlinders ook veel moeilijker om te kweken. Ook hier komen de planten die in de Europese vlindertuin als waardplant zijn neergezet weer in een meer beschermde omgeving waarbij we minder risico lopen op geparasiteerde rupsen (door sluipwespen).
Zowel plant als dier krijgen hier de dagelijkse verzorging waarbij de kasten ontdaan worden van uitwerpselen en er een visuele controle plaats vindt op de gezondheid van de rupsen en of er geen roofdieren (zoals spinnen) naar binnen zijn gekomen.
Zodra de gehele ontwikkelingscyclus doorlopen is en de vlinders uitgekomen zijn worden deze weer naar de Europese vlindertuin gebracht.
In deze ruimte is ook een zogenaamde poppenkast aanwezig waar we de poppen van diverse nachtvlinders neerleggen.